Spreek jij ‘jouw’ of ‘uw’ doelgroep aan?

Vousvoyeren of tutoyeren? Spreek je jouw klanten aan met u of jij? Een veel gestelde vraag, helaas zonder eenduidig antwoord. Welke aanspreekvorm je gebruikt, hangt namelijk af van de identiteit van jouw organisatie. Hoe kom je erachter wat bij jouw organisatie past? Wij geven 3 tips!

💡 Tip 1: Wat zeg je tegen een klant?

Hoe staan jouw collega’s en jijzelf klanten te woord? Zeggen jullie standaard je? Of gebruiken jullie het meer traditionele u? Kies de aanspreekvorm die het beste past bij je organisatie én inventariseer waar jouw doelgroep zich prettig bij voelt. Is dat u of jij?

💡 Tip 2: welke band  heb jij met je klant?

“Hoe kan ik u van dienst zijn? Of “Hoe kan ik je van dienst zijn?” U is wat afstandelijker, maar daarom zeker niet verkeerd. Met bijvoorbeeld een incassobureau, de belastingdienst of een zorgverzekeraar, wil je als klant geen amicale relatie. Je verwacht juist zakelijke afstand. Ook interviewers op radio of tv gebruiken vaak ‘u’ om journalistieke afstand te bewaren. De je-vorm daarentegen is een stuk informeler. Het past daarom goed als je een persoonlijke, informele band hebt met je klanten. Ben je er nog niet helemaal uit? Schrijf per aanspreekvorm op waarom het wel of niet bij je organisatie past. Zo creëer je een handig overzicht!

💡 Tip 3: Consistentie

Welke vorm je ook kiest, wees consequent. Altijd. Een tekst leest een stuk prettiger als u en je niet door elkaar wordt gebruikt. Gebruik daarom één aanspreekvorm. Maar er geldt één uitzondering: heb je meerdere, uiteenlopende doelgroepen? Gebruik je per doelgroep een ander  kanaal? Overweeg dan om per kanaal een onderscheid te maken. Een voorbeeldje: een gemeente of andere overheidsinstantie kan ervoor kiezen om online je te gebruiken en voor gemeentelijke publicaties u. Wees wel consistent per doelgroep en dus ook per kanaal.

Weet jij welke aanspreekvorm het best bij jouw organisatie past? Of kun je hier nog wat hulp bij gebruiken? We helpen je graag!